Volgers, meld je aan als volger, gebruik de link hierboven

woensdag 23 februari 2011

Freek heeft een date

Irgend had een afspraak die avond. Het kwam Freek goed uit. In het geniep had hij plan uitgevoerd. In zijn port-a-cabin had hij op internet uitgevogeld hoe hij contact kon maken met interessante mensen. Hij had zich ingeschreven bij ‘The-keep-passing-the-open-windows’ een club die hij sinds zijn zomervakantie kende en volgde. Het principe van de groep was van eenvoudig: blijf bij je zelf en laat je niet afleiden door allerlei vergezichten (die je door de open ramen kon bekijken), maar kijk goed naar wie je bent en wat je doet. De mail die hij gekregen had van Laura had hem blij gemaakt. Naast zijn laptop lag het printje ervan.

‘Hè, chocoladevlekken op Laura’s mail. Straks even een nieuwe uitprinten.’ De mail moest gelden als herkenningsteken. Het logo van ‘The Open Windows’ (inderdaad een geopend raam) domineerde de helft van het A4-tje. Laura stond te boek als een dame die als geen ander kon uitleggen wat de Windows-filosofie inhield. Haar quote: ‘Achter het pantser van beschaving, gaat je eigen gelaat schuil, open het raam.’ Freek snapte het dubbele van de uitspraak. Al moest je de open ramen negeren, eentje moest je openen: door dat raam kon je die regels en gebruiken die je je had laten aanpraten door je omgeving, weg laten waaien. Aanvankelijk vond Freek het onzin. Maar tijdens zijn trip naar Frankrijk in augustus, had hij er over nagedacht en was hij tot inzicht gekomen.

Zijn plan om een eigen Windows-training op te zetten wilde hij met Laura bespreken. In de laatste mail stond het adres waar hij haar kon ontmoeten: ‘Ik zie je graag in Café Bolle Jan, in Amsterdam, het lijkt me fantastisch je eens in het echt te zien. Neem deze mail mee als herkenningsteken.’ Meer stond er niet in. Vanavond zou hij haar gaan ontmoeten. Hij keek op zijn horloge, als hij nu zou vertrekken kwam hij ruimschoots op tijd aan. In zijn Volvo vond hij een lekkere blues-cd, die hij luid mee galmde.

Met de print in zijn rechterhand, liep hij over de grachten van Amsterdam. Hij had besmuikt aan een voorbijganger gevraagd waar café Bolle Jan was. Hij begreep dat het een gezellig meezing cafeetje was, waar iedereen je vriend is en ook nog eens een toffe gozer. Om de hoek zou het moeten zijn. In zijn buik voelde hij kriebels, van opwinding. Het voelde alsof hij op weg was naar een eerste afspraakje met een mogelijke minnares. Maar dit was goed beschouwd puur zakelijk.

Het laatste stukje naar de kroeg was druk. In Amsterdam reed men nog altijd met auto’s in de binnenstad. Over de smalle weggetjes langs de grachten leek het net een race-circuit. Als je niet door een auto van de weg werd geclaxoneerd, scheurde er wel een scootertje over je tenen of knalde een toerist op een huurfiets tegen je aan. Voor de kroeg stond het vast. Iemand toeterde langdurig, ten teken dat hij er langs wilde rijden. Freek keek en begreep dat dit niet mogelijk zou zijn. Een bergingswagen stond dwars op de gracht. De hulpdienst probeerde een kabel te bevestigen aan een wagen die half in de gracht gereden was, om hem zo weer op de kant te trekken. Het was een retro-Mini. Freek kende het model. De ingedeukte deur hing half open. Het woord ‘Sprache’ was nog te lezen.

‘Het zal toch niet waar zijn.’ Uit het portier stak een damesbeen met een rode pump aan de voet. ‘Irgend, wat doe jij hier nou?’

‘Oh, Freek, ik haat je en wat ben ik blij je te zien,’ riep Irgend vanuit de auto. Ze wapperde met een papier. Freek herkende het logo van ‘The Open Window’.

‘Het is niet wat je denkt,’ riep hij nog.

Irgend boog uit het portier en keek woedend naar Freek. Door haar beweging helde de Mini vervaarlijk over de rand. De bergingsman riep nog ‘Nee’, maar het was te laat. In minder dan een minuut was de wagen onder het groenige water verdwenen. Alleen een rode pump dreef nog tussen de golfjes. Ontzet staarde Freek naar de schoen en zag een paar luchtbelleltjes in het water verschijnen. Toen werd het stil om hem heen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten