Volgers, meld je aan als volger, gebruik de link hierboven

vrijdag 23 april 2010

Samen in een slaapzak

De avond viel op de camping Stadspark. Freek ontstak de gaslamp en ging naast Irgend voor hun tent zitten. Het was een turbulente dag geweest. Nadat zij geboeid waren afgevoerd naar het politiebureau was alles heel snel gegaan. Het verhoor viel mee. Ze moesten antwoord geven op vragen over hun actie van vanochtend. Uiteindelijk leidde het tot een verklaring waarin stond dat zij uit onvrede met het besluit ir. Gorecht niet hadden gehoorzaamd. De dienstdoende rechercheur kon al snel uitleggen wat de procedure zou worden. Het enige wat Freek en Irgend fout hadden gedaan was dat zij geen gehoor hadden gegeven aan de opdracht hun kavel te verlaten. Dit zou een staartje krijgen, maar voorlopig mochten zij zich vrij bewegen. Wel moesten zij zich beschikbaar houden voor het onderzoek. Uit de stukken uit hun dossier die zij onder ogen kregen, bleek dat er al diverse brieven waren gestuurd naar hun oude adres. Die waren klaarblijkelijk niet doorgestuurd naar de Westerwoldlaan. Bij navraag bleek de koper van hun oude huis de brieven bij het oud papier te hebben gegooid. Als Freek die brieven had kunnen lezen dan zou de uitzetting met een paar goede gesprekken te vermijden zijn geweest.

Maar nu was het te laat.

In de namiddag kwamen ze weer op vrije voeten. Hun sympathisanten hadden Freek en Irgend op het terras van café de Vrijhe Vogel verrast met een 'vrijheidsborrel'. Daar kregen ze te horen dat voor de komende nachten een kampeerplaats was geregeld in het Stadpark. Na heel wat borrels en een daghap hadden de vrienden het onfortuinlijke stel naar hun tent begeleid. De kinderen logeerden bij hun vriendjes, daarover hoefden zij zich geen zorgen te maken. Max, een bevriende advocaat had zich als pleitbezorger opgeworpen. Hij had het hele dossier bij elkaar gekopieerd. Max had een paar kantjes vol getikt met mogelijke strategieën. Als eerste had hij het voor elkaar dat de bouw gewoon door zou gaan. Morgen kwamen de bouwvakkers weer naar de bouwplaats. Die planning liep geen gevaar. Volgens Max richtte de klacht van die ene buur zich vooral op de tijdelijke woonruimtes. Mogelijk moesten die weg. Maar Max had een paar ideeën om ook dat voor elkaar te krijgen. Wie de klager was, kon hij nog niet vertellen. Maar er waren vermoedens.

'Ik hoef het niet te weten wie het was,' fluisterde Irgend. Ze trok de rits van haar fleece wat dichter, 'ik denk niet dat het goed is om dat te weten.'

'Nou, ik wel. Ik trek z'n oren van zijn kop. Het is toch geen stijl om zo met je buren om te gaan.' Freek was nog steeds woedend.

'He, Freek, we willen hier wonen en leven en ontspannen. Daar kunnen we toch geen burenruzie bij gebruiken?'

'Het is gewoon niet eerlijk. Ik bedoel, als je iets hebt kom dan naar me toe, dan kunnen we het uitpraten.'

'Okee, dat klinkt al beter dan die agressie van zonet. Beloof je me dat je je hoe dan ook inhoudt?' Irgend pakte Freeks hand vast en keek hem aan. Ondanks het schaarse licht van het gaslampje zag hij die dwingende blik. Haar frons was diep. Haar lippen stonden strak.

'Je hebt gelijk. Ik beloof het.'

'Daar drinken we op.' Irgend schonk het staartje whiskey uit de fles Jameson in hun plastic bekertjes. De drank hielp een beetje tegen de kou. Ze proostten. Langs de camping reed een groepje fietsers. Luidruchtig zochten ze een weg door het park. 'Donar!!! Donar!!! Donar, landskampioen!' scandeerden de fietsers.

'Gelukkig, de basketballers hebben in ieder geval gewonnen, op naar de halve finale.' Freek zoende zijn vrouw in haar nek. 'Kom de slaapzakken wachten, ik heb ze aan elkaar geritst. Kun je me lekker warm houden. Heb jij de zaklamp?' Achter elkaar kropen ze hun tent in, benieuwd naar wat de volgende dag zou brengen.

1 opmerking: